Koolhydraat- en vezelrijke producten
In dit hoofdstuk worden aardappelen niet besproken, hoewel ze natuurlijk wel in het bijbehorende oranje deel van de Schijf van Vijf zitten. De reden is dat er niet genoeg wetenschappelijke informatie is over de gezondheidseffecten van aardappelen.
Die is er wel over granen. De commissie noemt daarvan als voorbeelden tarwe, rijst, haver, rogge, gerst, spelt en maïs. De commissie adviseert om voor volkorenproducten te kiezen, omdat hier de voedingsvezels nog in zitten.
Alleen bij brood hebt u overigens de garantie dat volkorenbrood ook echt van honderd procent volkorenmeel is gemaakt. Bij andere producten, zoals crackers en pasta, is dat niet verplicht.
De richtlijn is om dagelijks ten minste negentig gram bruinbrood, volkorenbrood of andere volkorenproducten te eten.
De commissie zegt dat overtuigend is aangetoond dat het eten van volkorenproducten het risico op coronaire hartziekten verlaagt, en dat het eten van voedingsvezel de kans op een beroerte vermindert.
Vezels zitten, behalve in volkorenproducten, uiteraard ook in groente, fruit en peulvruchten. Dat is mede wat deze voedingsmiddelen zo gezond maakt.