Waar zit foliumzuur in?
De andere B-vitamine die noodzakelijk is voor het remethylatieproces van homocysteïne naar methionine, is foliumzuur. Het wordt ook wel vitamine B9 of B11 genoemd. In voedsel komt het voor als folaat. Het zit vooral in groene bladgroente zoals spinazie, andijvie, sla, enzovoort, maar ook in vruchten, vooral citrusfruit, volkorenbrood en sommige soorten vlees, vooral lever.
Grotendeels dus heel andere voedingsmiddelen dan die waarin vitamine B12 wordt gevonden.
Folaat is nogal vluchtig en verdwijnt door bewaren, maar ook door snijden en koken. Het is dus lastig om alleen uit eten voldoende folaat binnen te krijgen, omdat groente en fruit zodra ze geoogst zijn al folaat beginnen te verliezen.
De noodzaak om voldoende folaat binnen te krijgen, is de voornaamste reden waarom het voedingscentrum aanraadt om twee ons groente en twee stuks fruit per dag te eten. Het is zelfs maar de vraag of dat wel voldoende is, vanwege het snelle verval, en veel Nederlanders halen die twee ons en twee stuks niet eens. Het is dus geen slecht idee om de hoeveelheid foliumzuur aan te vullen met een supplement.
In voedingssupplementen wordt een synthetisch foliumzuur gebruikt dat veel stabieler is dan folaat.
Foliumzuur en pernicieuze anemie Het nadeel van veel foliumzuur innemen is wel dat het een gebrek aan vitamine B12 kan maskeren. Daardoor kunnen mensen langer aan pernicieuze anemie lijden voordat het wordt opgemerkt. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de zenuwen; pernicieuze anemie is zelfs dodelijk als het niet behandeld wordt. Daarom is men in Nederland zeer voorzichtig met het toestaan van het toevoegen van foliumzuur aan voedingsmiddelen zoals cornflakes en dergelijke. In de Verenigde Staten is deze toevoeging daarentegen verplicht.
|