Onder dit kopje schaart de commissie vlees, zuivel, eieren, peulvruchten en noten.
Het advies is om minder vlees te eten, maar niet om het helemaal uit te bannen. Dit is omdat vlees nuttige voedingsstoffen bevat.
De commissie acht het aannemelijk dat rood vlees, en vooral bewerkt vlees, de kans op beroertes en diabetes verhoogt. Onbewerkt wit vlees, zoals kip en kalkoen, brengt dit risico niet met zich mee.
Rood vlees is rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees, lamsvlees, geitenvlees en paardenvlees. Bewerkt vlees omvat producten zoals worst, spek, ham en paté. Het gaat kortom om alle vleeswaren die gerookt of gezouten zijn, of waar conserveringsmiddelen aan zijn toegevoegd.
Gehakt dat alleen gemalen is, geldt als onbewerkt vlees.
Onder zuivel vallen in deze richtlijnen melk, kaas en yoghurt. Boter heeft de commissie onder de vetten en oliën geschaard. Over slagroom worden geen uitspraken gedaan.
Het advies is om enkele porties zuivel per dag te gebruiken om te zorgen dat men voldoende calcium binnenkrijgt. De commissie heeft hierbij geen onderscheid gemaakt tussen magere en volle melk, omdat de wetenschappelijke aanwijzingen dat magere en halfvolle producten beter zouden zijn, te zwak zijn.
De gemiddelde consumptie van zuivel ligt in Nederland op een goed peil. Datzelfde geldt voor eieren.
Het is aannemelijk dat het eten van zeven of meer eieren per week plus een hoge inname van cholesterol (400 milligram per dag) de kans op diabetes kan verhogen.
Van verband tussen het eten van eieren en het ontstaan van coronaire hartziekten is niets gebleken.
Het advies is echter nog steeds om het rustig aan te doen met cholesterolrijke voedingsmiddelen zoals eieren, orgaanvlees en schelp- en schaaldieren. Maar deze worden in Nederland weinig gegeten.
Nieuw is het advies om tenminste één keer per week peulvruchten te eten. Deze peulvruchten kunnen dan meteen een keer een maaltijd met vlees vervangen, zeker als ze met granen gecombineerd worden en zo complete eiwitten opleveren (voor meer informatie over eiwitten zie homocysteïne en foliumzuur).
De commissie zegt dat overtuigend is aangetoond dat consumptie van peulvruchten het LDL-cholesterol verlaagt. En dat is goed omdat LDL-cholesterol bijdraagt aan het ontstaan van coronaire hartziekten. Eén van de onderzoeken die de commissie citeert, bespraken wij al in onze nieuwsbrief Voedsel voor het hart van juli 2014.
De commissie verstaat onder peulvruchten (soja)bonen, linzen, kikkererwten en spliterwten. Doperwten, peultjes, tuinbonen en sperziebonen schaart ze onder groente.
Pinda’s, die eigenlijk ook peulvruchten zijn, horen in dit advies bij de noten, omdat ze in het dagelijks gebruik zo
beschouwd worden. Ook voor noten geldt dat ze het LDL-cholesterol verlagen.
De commissie acht het overtuigend aangetoond dat het eten van noten het risico op coronaire hartziekten verkleint. De richtlijn is dat iedereen minstens 15 gram ongezouten noten per dag moet eten. De meeste Nederlanders halen dit niet.
Cholesterol wordt door eiwitten door het bloed vervoerd. Deze combinatie van eiwitten en cholesterol wordt een lipoproteïne genoemd.
Sommige lipoproteïnen hebben een hoge dichtheid (HDL), andere een lage dichtheid (LDL).
Men zegt wel dat HDL ‘goed’ en LDL ‘slecht’ is, omdat LDL-cholesterol afgezet kan worden in de slagaderen en zo aderverkalking kan veroorzaken (voor meer informatie zie cholesterol en statines)