Hart- en vaatziekten vormen de belangrijkste doodsoorzaak in de wereld, met name in de ontwikkelde landen. Jaarlijks sterven wereldwijd ongeveer 50 miljoen mensen aan een hart- of vaatziekte.
In Nederland zijn dat er ieder jaar zo'n 40.000. Mensen met een hart- en vaatziekte of een verhoogd risico daarop, krijgen vaak medicatie voorgeschreven. Maar het nadeel daarvan is dat ze vaak bijwerkingen hebben. Een toenemend aantal mensen is daarom op zoek naar andere, natuurlijker behandelmethoden. Naar methoden die de algehele gezondheid helpen verbeteren zonder schadelijke neveneffecten.
Een van die methoden is de fytotherapie, een natuurlijke geneeswijze die sterk in opkomst is, maar ook bijwerkingen en interactie kan hebben..
Fytotherapie is het behandelen met plantaardige geneesmiddelen (Tytos' betekent plant in het Latijn). In de volksmond wordt het ook wel kruidengeneeskunde genoemd. De fytotherapeut behandelt de patiënt met geneeskruiden en extracten. Deze middelen helpen de balans in het leven te herstellen en te stabiliseren. Fytotherapie valt onder de natuurgeneeswijzen, maar ook de reguliere geneeskunde maakt gebruik van geneesmiddelen die op basis van planten zijn gemaakt.
Voorbeelden van bekende geneeskrachtige planten die in de fytotherapie worden gebruikt zijn Ginseng, Brandnetel, Kamille, Sint-janskruid, Eucalyptus, Ginkgo Biloba, Papaver en Cranberry. De kruiden die voor hart- en bloedvaten kunnen worden ingezet zijn Crataegus (meidoorn), Viscum album, Allium sativum, Leonurus cardiaca, Achillea millefolium en Ginkgo biloba.
Al ver voor onze jaartelling was bekend dat bepaalde planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben, en al even lang wordt daar gebruik van gemaakt. Zo neemt fytotherapie een grote plaats in binnen de Traditonele Chinese Geneeskunde.
Met de opkomst van de scheikunde (in de 19e eeuw) werd het mogelijk werkzame stoffen uit een plantenextract te isoleren. Zo werd er morfine gemaakt uit opium (van een papaversoort) en atropine uit de plant Belladonnae, Atropa belladonna en Aspirine uit de wilg (Salix alba). iaca, Achillea millefolium en Ginkgo biloba.
Tegelijk ontwikkelde de geneeskunde zich in hoog tempo en kwam er steeds meer kennis van ziekte en diagnostiek. Op den duur konden werkzame bestanddelen uit planten chemisch worden nagemaakt door de farmaceutische industrie. Fytochemie nam meer en meer de plek in van fytotherapie.
Binnen de fytotherapie ziet men die ontwikkeling voor een groot deel als een verarming: de zieke en de geneeskrachtige plant hebben plaats moeten maken voor een focus op ziekte en chemische middelen.
De complexe samenstelling van plantaardige geneesmiddelen (de fytotherapeutica) is juist zo belangrijk voor de werking ervan. De vele inhoudsstoffen van een plant hebben namelijk invloed op elkaar en op degene die ze gebruikt. Dit principe wordt ook wel synergie genoemd: het effect van alle stoffen samen is méér dan de optelsom van de losse onderdelen.
Bij het isoleren of chemisch namaken van één bestanddeel wordt dit bestanddeel uit zijn verband gehaald, waardoor het vaak een specifieke en heftige (bij)werking krijgt. Fytotherapeutica daarentegen zijn meestal zachte of milde geneesmiddelen.
In de meeste landen ter wereld spelen plantaardige geneesmiddelen nog steeds een belangrijke rol.
In de westerse wereld is sprake van een hernieuwde belangstelling voor fytotherapie. Vooral nu de grenzen van de farmaceutische middelen steeds duidelijker worden, en veel mensen niet langer de bijwerkingen voor lief willen nemen, zeker waar het chronische, niet levens bedreigende ziekten betreft. De fytotherapie krijgt de laatste jaren een steeds belangrijker plaats in de geneeskunde en is volop in ontwikkeling.
Fytotherapie is in principe voor alle mogelijke aandoeningen geschikt. Echter, door hun vaak milde werking zullen geneeskruiden bij ernstige of acute klachten alleen ter ondersteuning van een meer uitgebreide therapie kunnen worden ingezet.
Hoewel het bij hart- en vaatziekten (hvz) wel vaak om ernstige ziekten gaat, lijkt fytotherapie toch zeker een rol van betekenis te kunnen spelen Vooral bij aanpak van risicofactoren (primaire preventie) en het voorkómen van een herhaling van een hartaanval of beroerte (de zgn. secundaire preventie) zijn er verschillende middelen met een gunstig effect te proberen. En ook voor het beter herstellen ná een hart- of vaataandoening kan fytotherapie van betekenis zijn.
De meest geteste kruiden met een specifieke werking op het gebied van hart- en vaatziekten zijn:
Hieronder bekijken we deze kruiden eens nader, en dan vooral hun werking op het gebied van hart- en vaatziekten.
De Ginkgo Biloba is een eeuwenoude loofboomsoort die in het Verre Oosten veel voorkomt, en die er lang als heilig werd beschouwd. Hij wordt ook wel Japanse tempelboom of Geheugenboom genoemd. Een kleine 5000 jaar geleden werd de boom in de alleroudste medische geschriften al aanduid als 'goed voor hart en longen'.
Ginkgo Biloba kent de volgende positieve eigenschappen op het gebied van hart en bloedvaten:
Door die eigenschappen wordt Ginkgo Biloba voorgeschreven bij:
Verschillende studies ondersteunen het gebruik van Ginkgo Biloba bij bovenstaande indicaties.
De meidoorn is een heesterstruik die veel als heg wordt gebruikt. De naam is een directe verwijzing naar het feit dat de struik in mei bloeit en doornen draagt. Begin 17e eeuw werd voor het eerst melding gemaakt van een hartversterkend en anti-aderverkalking effect.
Meidoorn kent de volgende eigenschappen als het gaat om het functioneren van ons hart en vaatstelsel:
Meidoorn wordt daardoor vooral toegepast bij:
Dubbelblinde onderzoeken toonden aan dat bij patiënten met hartinsufficiëntie (hartzwakte) door verminderde doorbloeding van de kransslagaders of door hoge bloeddruk, meidoorn na zes weken een verbetering van de symptomen teweegbracht.
De hibiscus sabdariffa is een plant uit het geslacht van de Malvaceae (kaasjeskruid), het is . een eenjarige plant die ook wel rode zuring wordt genoemd.
De belangrijkste eigenschappen van hibiscus thee op het gebied van hart- en vaatziekten zijn:
Dankzij bovenstaande effecten wordt hibiscus vooral toegepast bij:
Een gewone kruidenthee die hoge bloeddruk even goed bestrijdt als het reguliere medicijn captopril; dat is het opmerkelijke resultaat van een recent Mexicaans onderzoek. Het onderzoek verscheen in 2006 in het wetenschappelijke tijdschrift Phyotmedicine en is een bevestiging van eerder klinisch onder¬zoek en dierstudies naar het effect van hibiscusthee bij hoge bloeddruk.
Fytotherapie is een zachte therapievorm, wat niet hetzelfde is als ongevaarlijk of onwerkzaam (placebo). Het toepassingsgebied blijft beperkt tot niet acute of levensbedreigende ziektes, maar juist bij milde of chronische ziektes of als preventieve behandeling kan fytotherapie effectief, veilig en wenselijk zijn. Overlegt u wel altijd met een gespecialiseerde natuurarts omdat een interactie met andere geneesmiddelen niet uit te sluiten is.
Fonds voor het Hart adviseert nadrukkelijk om deskundig advies in te winnen bij een natuurarts die gespecialiseerd is in fytotherapie. Hiervoor kunt u terecht bij de Artsenvereniging voor Biologische en Natuurlijke Geneeskunde (www.abng.nl) en de Maatschappij ter bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde (www.mbog.nl). Maar u kunt ook bellen met Fonds voor het Hart: (070-416 17 27)
Sommige verzekeraars vergoeden natuurlijke midde¬len in het aanvullende verzekeringspakket of het consult door een natuurarts. Informeer vooraf bij uw verzekeraar naar de voorwaarden.
Kruidenmiddelen kunnen op veel verschillende manieren gebruikt worden. Voor inwendig gebruik zijn er bijvoorbeeld aftreksels in water (thee). een tinctuur of extract verkrijgbaar. Ook wordt een kruidenextract wel verwerkt tot een capsule of tablet. Uitwendig kan een kompres worden gebruikt. of een zalf. gel of crème. Veel fytotherapeutische middelen zijn gewoon bij de drogist en apotheek te koop.
Modern uitgevoerde onderzoeken geven de laatste jaren een nieuwe schat aan informatie over de vele krachtige stoffen in planten en kruiden en laten zien dat de toepassingen van de kruidengeneeskunde actueler zijn dan ooit.
Fonds voor het Hart acht het wenselijk dat het onderzoek naar fytotherapeutica bij de aanpak van hart- en vaatziekten wordt verbreed. zodat fytotherapie kan bijdragen aan een betere totaalzorg voor hart- en vaatpatiënten en risicogroepen.