Onze gezondheid hangt voor een groot deel af van wat we eten. De voedingsstoffen die we binnenkrijgen, geven signalen af aan onze lichaamscellen. Het hangt van het type voeding af of cellen goede of slechte signalen ontvangen. Deze communicatie op microniveau beïnvloedt ons welzijn. Zo geeft groente bijvoorbeeld een ander signaal dan fastfood.
Ook hart- en vaatziekten worden grotendeels veroorzaakt door een verkeerd eetpatroon. Er bestaan echter nog veel misverstanden over wat een verkeerd eetpatroon is. Al jarenlang gaan medici ervanuit dat verzadigde vetten de grote boosdoeners zijn bij hart- en vaatziekten. Steeds meer wetenschappelijke onderzoeken laten zien dat deze gedachte niet klopt.
Dat verzadigde vetten hart- en vaatziekten veroorzaken, is een gevaarlijke theorie. Het houdt de focus af van de daadwerkelijke boosdoeners, waardoor het sterftecijfer van hartziekten juist toeneemt. Onderzoekers van de Martin Luther Universiteit in Duitsland onderzochten het eetpatroon en de kans op overlijden door hart- en vaatziekten. Zij kwamen achter de echte daders: bewerkt voedsel, suikerhoudende (fris)dranken en het te weinig eten van volle granen, groenten, fruit en noten. Het ontbreken van volle granen (bruine rijst, rogge, bulgur, havermout, quinoa) in een dieet zorgt in Europa voor ruim 429 duizend hartdoden binnen een jaar tijd. Een voedingspatroon zonder noten
en zaden houdt verband met 341 duizend sterfgevallen per jaar en het niet eten van fruit is verantwoordelijk voor 260 duizend doden per jaar. Een dieet dat bestaat uit te veel zout (te vinden in bewerkte voedingsmiddelen), bewerkt vlees, transvetzuren (zit vaak in crackers, koek, gebak, fastfood) en dranken met veel suikers zorgt voor zo’n 305 duizend sterfgevallen per jaar.
Op basis van hun bevindingen stelden de Duitse onderzoekers het volgende dieetadvies op.
De meeste transvetten die we binnenkrijgen via onze voeding komen niet in de natuur voor. Het zijn vetzuren die niet herkend worden door ons lichaam. Hierdoor worden ze niet goed verwerkt, stapelen ze zich op in ons lichaam of vormen ze zeer ongezonde afbraakproducten. De structuur van transvetten zorgt ervoor dat ze gemakkelijk kunnen samenklonteren en slagaderverkalking en kleine ontstekingen kunnen veroorzaken. Transvetzuren ontstaan door het industrieel bereiden van vetzuren (denk aan margarine, ook varianten die de cholesterol zouden doen dalen zijn schadelijk), het bakken van koekjes en gebak en het frituren van friet en snacks.
Lang werd gedacht dat het eerste stadium van hart- en vaatziekten, waarbij slagaderen verstijven (arteriële stijfheid), ontstaat door het eten van vetten. Het blijkt echter het begin van een ontstekingsproces te zijn en
hangt nauw samen met de gezondheid van de darmen. De darmflora van mensen met hartfalen is anders dan die van gezonde mensen. Gezonde mensen hebben een evenwichtige samenstelling van bacteriën, met name nuttige bacteriën. Mensen met weinig verschillende bacteriestammen in de darmen, hebben een verhoogde ontstekingsgraad van het lichaam. Een verhoogde ontstekingsgraad vergroot de kans op arteriële stijfheid.
Het vergroten van de diversiteit van darmbacteriën is een manier om hart- en vaatziekten te behandelen. Voorbeelden van dit soort behandelmethoden zijn het innemen van voedingsvezels en/of probiotica. In de toekomst behoort een poeptransplantatie mogelijk ook tot de behandelmethoden. Dit wordt tot nu toe alleen uitgevoerd in het kader van wetenschappelijk onderzoek bij verschillende ziektes.
Vette zuivelproducten, zoals kaas en yoghurt, kunnen beschermen tegen hart- en vaatziekten. Het beschermende
effect is vooral toe te schrijven aan gefermenteerde zuivelproducten. Voedingsmiddelen als kefir, kwark en zure room verminderen de kans op coronaire hartziekten (ziekten door slagaderverkalking) met ongeveer 27 procent. Het gaat hierbij om een inname van matige porties; het dagelijks eten van grote hoeveelheden zuivel doet het gunstige effect teniet. Bij mannen die bijvoorbeeld 900 milliliter melk per dag dronken, werden juist vaker coronaire hartziekten vastgesteld.
Eieren mogen ook weer op het menu, zelfs op die van de hartpatiënt. Deze beschermen onder meer tegen een hartaanval en een beroerte. Het dagelijks consumeren van één ei vermindert de kans op hartziekten met zo’n 12 procent, de kans op een beroerte neemt af met 26 procent. Daarbij hebben mensen die ongeveer vijf eieren per week eten veel minder kans op hartziekten dan mensen die ongeveer twee eieren per week eten.
Walnoten kunnen een hoge bloeddruk verlagen.
Deze noten zitten vol met verschillende vetzuren, zoals alfalinoleenzuur en oliezuur. Toch zijn het de verbindingen in de noot zelf die zorgen voor de afname van het risico op hart- en vaatziekten. Er zou iets heilzaams in de walnoten zitten, wat niet in de vetzuren alleen te vinden is. Dit betekent dat het eten van een walnoot gunstiger is voor de hartgezondheid dan het consumeren van één van de afzonderlijke vetzuren.
Bij vrouwen vermindert niet alleen het risico op hartziekten wanneer zij zelf een gezond eetpatroon aanhouden.
Ook het geven van borstvoeding verkleint de kans. Moeders die borstvoeding geven, hebben op latere leeftijd
minder kans op een hartaandoening. Hierbij is de duur van het geven van borstvoeding van belang. Hoe langer
een vrouw borstvoeding geeft, des te lager de kans op een hartaandoening.
Vitamine K draagt bij aan de hartgezondheid. Deze vitamine maakt het bloed dikker en bevordert de bloedstolling.
Mensen die onvoldoende groenten eten die rijk zijn aan vitamine K, hebben drie keer meer kans op een vergroting van het hart. Dat resulteert in een verminderde hartfunctie. Vitamine K zit in groene groenten als spinazie, broccoli en boerenkool.
Een manier om een gezond eetpatroon vol te houden, is door te kijken naar de Glycemische Index (GI). In deze index worden koolhydraten onderverdeeld in langzame en snelle koolhydraten. De GI geeft aan hoe snel koolhydraten worden verteerd in de darm en hoe snel ze worden opgenomen in het bloed. Voeding met een hoge GI zorgt voor bloedsuikerpieken en schommelende bloedsuikers. Voeding met een lage GI wordt langzaam opgenomen en verteerd, dit zorgt voor een langere verzadiging en zwakt de neiging af om naar lekkere, maar ongezonde voeding te grijpen.
Een lage glycemische indexdieet is bovendien gunstiger voor hart en vaten dan een vetarm dieet. Uit een studie blijkt dat mensen die voedingsmiddelen aten met een lage GI betere cardiovasculaire parameters hadden vergeleken met diegenen op een vetarm dieet. Denk hierbij aan betere cholesterolverhoudingen, minder vetten in het bloed en een betere insulinegevoeligheid.