De Nederlandse cardioloog Ivo van der Bilt deed promotieonderzoek naar het gebroken hartsyndroom.
Van der Bilt werd door een neuroloog gewezen op het feit dat patiënten met een hersenvliesbloeding vaak ook een gebroken hart kregen. Dat wetende onderzocht de cardioloog 300 patiënten met een herenvliesbloeding.
Zijn conclusie was, dat een kwart van deze patiënten ook een gebroken hartsyndroom krijgt.
Hoewel het syndroom op zichzelf niet dodelijk is, merkte Van der Bilt op dat patiënten met een hersenvliesbloeding wel veel vaker komen te overlijden als ze een gebroken hart hebben. Het is belangrijk dat bij deze patiëntengroep het gebroken hartsyndroom op tijd wordt gediagnosticeerd. Als bij hen het syndroom voor een hartinfarct wordt aangezien, krijgen zij meestal bloedverdunners voorgeschreven, wat juist averechts werkt bij een hersenvliesbloeding.