Als mensen ouder worden, wordt hun bloed vaak getest op cholesterol. Wanneer het cholesterol in het bloed als te hoog
beschouwd wordt, krijgen ze meestal medicijnen om het cholesterol te verlagen, de zogenaamde statines.
Deze medicijnen worden aan veel mensen voorgeschreven. Er zijn echter steeds meer artsen die eraan twijfelen of dit wel zo’n goed idee is, en die zich afvragen of hoog cholesterol echt wel hart- en vaatziekten veroorzaakt. In deze nieuwsbrief gaan we verder op deze twijfels en vragen in.
Cholesterol is een vetachtige stof die grotendeels in de lever wordt geproduceerd. Cholesterol wordt slechts voor twee procent direct opgenomen uit de voeding.
Het is een essentiële bouwsteen van de celmembranen. De membranen verstevigen de cel en laten selectief bepaalde stoffen door, met andere woorden: ze zijn semipermeabel. Cholesterol draagt bij aan de stevigheid en de permeabiliteit (de eigenschap van vaste stoffen om andere stoffen door te laten) van alle cellen in ons lichaam.
Bovendien wordt onder invloed van zonlicht cholesterol in onze huid omgezet in vitamine D (cholecalciferol).
Cholesterol produceert ook hormonen als oestrogeen, progesteron, testosteron en cortisol, en galzuren die noodzakelijk zijn voor de vertering van voedsel. We kunnen dus niet zonder cholesterol.
Vetachtig cholesterol is niet oplosbaar in waterachtig bloed, daarom wordt het door eiwitten door het bloed vervoerd. De combinatie van cholesterol met een eiwit wordt een lipoproteïne genoemd.
Er zijn lipoproteïnen met een hoge dichtheid (HDL) en lipoproteïnen met een lage dichtheid (LDL), maar cholesterol is altijd cholesterol, ook al wordt wel gezegd dat HDL ‘goed’ en LDL ‘slecht’ is.
De belangrijkste rol van LDL is het transport van cholesterol van de lever naar andere organen. HDL heeft meer taken, maar het brengt cholesterol ook weer terug naar de lever, waar het hergebruikt wordt of uit het lichaam wordt verwijderd.
Cholesterol uit LDL kan ook afgezet worden in de bloedvaten; ook andere vetten in het bloed kunnen hier afgezet worden. Zo ontstaan vernauwingen in de bloedvaten, de zogenaamde aderverkalking.
Dat komt niet doordat er hoge cholesterolconcentraties in het bloed aanwezig zijn; het gebeurt wanneer er kleine beschadigingen aan de binnenkant van de bloedvaten zitten waaraan de vetten zich kunnen hechten. Deze beschadigingen worden onder andere veroorzaakt door roken, hoge bloeddruk en suikerziekte. Dat zijn ook drie
bekende risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
Een Scandinavisch onderzoek dat in 1994 in The Lancet gepubliceerd is, wees uit dat het verlagen van het cholesterol met een statine (simvastatine in dit geval) de sterfte verminderde onder mensen die leden aan hart- en vaatziekten. Dit waren mensen die last hadden van angina pectoris of al een hartinfarct hadden meegemaakt.
Het jaar daarop, in oktober 1995, verscheen er een artikel in het Journal of the American Medical Association, dat uitwees dat het verlagen van het cholesterolgehalte bij gezonde vrouwen geen enkele invloed had op de kans om te overlijden, er was zelfs maar weinig bewijs dat de behandeling van hoog cholesterol het aantal sterfgevallen bij vrouwen die al leden aan hart- en vaatziekten, verminderde.
Statines horen dus bij die medicijnen die wel werken bij mannen, maar niet of veel minder goed bij vrouwen.
Niet bij vrouwen, dus. Het is zelfs maar helemaal de vraag of alleen een hoog cholesterol, ook bij mannen, op zich een risicofactor vormt voor hart- en vaatziekten, en of het zin heeft om verder gezonde mensen zonder andere risicofactoren statines voor te schrijven om hun cholesterol te verlagen.
Er is een aantal cardiologen en wetenschappers dat zegt dat het voorschrijven van statines veel te ver doorgeslagen is, zeker sinds de cholesterolwaarde waarbij tot medicatie wordt overgegaan, naar beneden is bijgesteld.
De Amerikaanse cardioloog Stephen Sinatra heeft er een boek over geschreven dat in 2012 verschenen is: The great Cholesterol Myth. Hij zegt dat hij in zijn praktijk mensen ziet met een laag cholesterol bij wie de bloedvaten ernstig verstopt zijn, en mensen met een hoog cholesterol met gezonde bloedvaten. Aangezien de helft van de mensen die in het ziekenhuis liggen voor hart- en vaatziekten, hoog cholesterol heeft, betekent dit dat de andere helft geen verhoogd cholesterol heeft. Dokter Sinatra stelt dat het voorschrijven van statines eigenlijk alleen maar zin heeft bij mannen van middelbare leeftijd die al lijden aan hart- en vaatziekten.
Datzelfde wordt gezegd in een artikel dat in juni 2013 is verschenen in het medisch tijdschrift Open Journal of Endocrine and Metabolic Diseases. Het artikel is geschreven door twee Ierse vaatchirurgen, Sherif Sultan en Niamh Hynes, en bestaat uit een literatuurstudie van een groot aantal gepubliceerde onderzoeken.
Ze stellen: ‘Er is een onbetwijfelbaar gebrek aan objectief bewijs om het gebruik van statines als preventieve maatregel bij verder gezonde mensen te onderbouwen.
Er is niet alleen een gebrek aan bewijs voor bescherming tegen hart- en vaatziekten, er is zelfs overvloedig bewijs dat aantoont dat statinegebruik in feite het risico op hart- en vaatziekten vergroot voor vrouwen, mensen die suikerziekte hebben, en jongeren. Bovendien worden statines in verband gebracht met een verdrievoudiging van het risico op aderverkalking in de kransslagader en de grote lichaamsslagader.’ En dat zijn nou net de problemen die statines zouden moeten voorkomen.
In juni 2016 is er in het vooraanstaande tijdschrift het British Medical Journal een overzichtsartikel verschenen over
LDL-cholesterol bij mensen boven de zestig. Dit is een zogenaamd ‘open access’-artikel dat voor iedereen op internet te lezen is.
De auteurs hebben 19 studies gecombineerd waarin in totaal 68.094 mensen van zestig jaar of ouder gevolgd zijn. Hieruit bleek dat ouderen met een laag LDLcholesterol even oud werden of zelfs eerder stierven dan mensen met een hoger LDL-cholesterol. De auteurs trekken dan ook in twijfel of cholesterol wel de oorzaak is van aderverkalking.
Zoals we hierboven gezien hebben, is het maar de vraag of het altijd een goed idee is om het cholesterol te verlagen.
Maar daar komt bij dat naast de gewenste werking, ieder medicijn ook ongewenste bijwerkingen heeft.
Doordat er de laatste decennia veel mensen statines hebben ingenomen, zijn we ook steeds meer ernstige bijwerkingen van statines gaan zien die in de onderzoeksfase niet of minder naar voren zijn gekomen.
Pijn en verzwakking van de spieren (myopathie)
Er wordt geschat dat twee tot vijf procent van de mensen die statines innemen, last heeft van spierpijn en spierzwakte. Dit duidt op afbraak van het spierweefsel.
Waarschijnlijk is die schatting van twee tot vijf procent aan de lage kant, omdat spierverzwakking vaak wordt toegeschreven aan ander oorzaken, zoals leeftijd.
Een Franse studie bij 7924 patiënten met een verhoogd bloedvetgehalte die hoge doses statines slikten, is in 2005 gepubliceerd in het medisch tijdschrift Cardiovascular Drugs and Therapy. Deze zogenaamde PRIMO-studie heeft aangetoond dat lichte tot matige spierproblemen als gevolg van statinegebruik meer voorkomen en meer invloed op het dagelijks leven hebben dan eerder gedacht werd.
In 2009/2010 is in Nederland een kleiner onderzoek uitgevoerd onder 84 poliklinische cardiologiepatiënten van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
De uitkomst van dit onderzoek was dat 33% van de ondervraagden last had van spierzwakte, 24% van spierpijn en 6% van spierontsteking. Het artikel over dit onderzoek is verschenen in het medisch tijdschrift Current Medical Research and Opinion van juli 2012. Rabdomyolyse werd in dit onderzoek niet gevonden.
Rabdomyolyse is de ernstigste vorm van spierverzwakking waarbij spierweefsel snel wordt afgebroken. De afbraakproducten hiervan zijn schadelijk voor de nieren en leiden tot nierfalen en een spoedige dood, als er niet onmiddellijk ingegrepen wordt. De statine cerivastatine bijvoorbeeld, is in 2001 van de markt gehaald omdat deze bij tientallen mensen rabdomyolyse met de dood tot gevolg veroorzaakt heeft.
Tegelijkertijd met het recept voor statines geeft een arts meestal het advies om meer te bewegen.
Helaas ondermijnen de statines het profijt dat men van lichaamsbeweging zou kunnen hebben. Een Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat bij mensen met overgewicht die statines (in dit geval simvastatine) innamen, de hart- en longfunctie door training nauwelijks vooruitgingen en de kracht van de skeletspieren zelfs achteruitging. Een vergelijkbare groep mensen die geen statines innam, vertoonde respectievelijk tien en dertien procent verbetering. Het verslag van dit onderzoek is in april 2013 gepubliceerd in het Journal of the American College of Cardiology.
Ook het hart is natuurlijk een spier, en ook deze spier wordt ondermijnd door statines.
De Amerikaanse cardioloog Peter H. Langsjoen zegt dat het goed mogelijk is dat het toenemende statinegebruik de oorzaak is van het groeiend aantal gevallen van hartfalen. Bij hartfalen is het hart niet meer in staat om voldoende bloed rond te pompen om aan de behoefte van het lichaam te voldoen. Ook dokter Langsjoen is geen voorstander van het klakkeloos voorschrijven van statines. Hij zegt dat in veel gevallen de voordelen niet opwegen tegen de bijwerkingen.
Eén van de effecten van statines is dat ze de co-enzym-Q10-waarden in het lichaam verminderen. Dokter Langsjoen heeft goede resultaten bereikt met het toedienen van co-enzym Q10 bij patiënten met hartfalen die lange tijd statines hadden ingenomen.
In februari 2010 is er in The Lancet een overzicht verschenen van dertien onderzoeken naar statines. Uit de vergelijking bleek dat het innemen van statines de kans om suikerziekte te krijgen met negen procent vergroot.
Het jaar daarvoor, in maart 2009, was er al een artikel verschenen in het Journal of Investigative Medicine over een onderzoek waarvoor de database van Amerikaanse legerveteranen gebruikt was. De gegevens van 345.417 mensen (94% mannen) met een gemiddelde leeftijd van 61 werden geanalyseerd. Hieruit bleek dat het nuchter gemeten glucosegehalte in het bloed steeg door het gebruik van statines. Dit gold voor mensen met en zonder suikerziekte. Ook de invloed van leeftijd of het gebruik van andere medicijnen werd uitgesloten.
Sinds bovengenoemde studies gepubliceerd zijn, wordt er veel onderzoek verricht naar statines en diabetes.
Daaruit blijkt onder andere dat met name vrouwen van middelbare leeftijd een groter risico lopen op het ontwikkelen van diabetes wanneer zij statines innemen.
In Taiwan is er een onderzoek uitgevoerd onder 1065 vrouwen van veertig jaar en ouder die nieuwe diabetespatiënten waren, en een tien keer zo grote controlegroep van 10650 vergelijkbare vrouwen. Hieruit bleek dat statines het risico op diabetes vergrootten, vooral voor de vrouwen in de leeftijdsgroep van 40 tot 65. Het artikel hierover is gepubliceerd in het tijdschrift PloS One van augustus 2013.
Wat hier het ergste aan is, is natuurlijk dat suikerziekte een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten is, en dat mensen dat krijgen door het innemen van statines die juist hart- en vaatziekten zouden moeten voorkomen.
In het medisch tijdschrift Metabolic Syndrome and Related Disorders is in juli 2013 een artikel verschenen waaruit blijkt dat co-enzym Q10 ook kan helpen om het ontstaan van suikerziekte onder invloed van statines tegen te gaan.
Veel mensen die statines innemen, klagen over geheugenverlies en dat ze niet meer goed kunnen nadenken. Uit een recent onderzoek blijkt dat dit geen inbeelding is.
In PloS One is in september 2013 een verslag verschenen van een onderzoek waarbij ratten getest werden die pravastatine of atorvastatine toegediend hadden gekregen.
Bij de ratten die pravastatine hadden gekregen, was het leervermogen aangetast. Atorvastatine had dat effect niet bij de ratten. Overigens keerden de mentale vermogens van de ratten terug nadat men was gestopt ze pravastine te geven.
In 2009 heeft de Amerikaanse onderzoeker Yeon-Kyun Shin al een artikel gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America waarin hij aantoont dat statines ook de hoeveelheid LDL-cholesterol in de hersenen verminderen, waardoor het denkvermogen achteruit gaat.
Het is dus zeker een goed idee om het bij uw arts ter sprake te brengen, als u dit probleem heeft. Misschien kunt u helemaal stoppen, maar overstappen op een andere soort statine kan ook helpen, als u ze echt moet blijven innemen.
Statines brengen het risico op nog meer bijwerkingen met zich mee. Voorbeelden zijn staar, impotentie, vermoeidheid, polyneuropathie (aantasting van de zenuwen in handen en voeten) en postoperatief delier bij ouderen. Het wordt postoperatief delier genoemd wanneer iemand helemaal in de war is na een operatie met algehele verdoving.
In januari 2013 heeft het American Journal of Cardiovascular Disease een artikel over cholesterol en transvetten gepubliceerd van de gepensioneerde Amerikaanse hoogleraar in de biochemie Fred Kummerow. Professor Kummerow is 98 en doet al zestig jaar onderzoek naar cholesterol. In zijn artikel zegt hij dat cholesterol goed is voor mensen. Het is oxysterol, cholesterol dat op onnatuurlijke wijze geoxideerd is, bijvoorbeeld door frituren, bakken of door het harden van meervoudig onverzadigde vetzuren, waardoor transvet ontstaat, dat gevaarlijk is voor hart en bloedvaten.
In het medisch tijdschrift Clinical Lipidology van juni 2013 staat een interview met professor Kummerow. Hij zegt: ‘Tegen het eind van de jaren tachtig begonnen artsen statines voor te schrijven. Naar mijn mening is de grootste achteruitgang in de behandeling van hart- en vaatziekten het overmatige gebruik van statines om hoog cholesterol te behandelen. Statines werken door de 2 gram cholesterol te verminderen die de levercellen per dag produceren. Dat kan nadelige effecten in het lichaam veroorzaken zoals een verhoogd gehalte aan leverenzymen (een teken dat de lever ernstig overbelast is) en spierproblemen zoals rabdomyolyse. De verkoop van statines verdrievoudigde bijna toen het National Cholesterol Education Program zijn richtlijnen herzag en statines adviseerde als preventief middel voor veel hartproblemen. Hoewel de Education Board onderzoeken citeerde om de preventie van blokkades in de aderen met statines te onderbouwen, zegt een artikel in The Lancet: “geen enkele van deze studies levert dergelijk bewijs”.’
Het artikel waar professor Kummerow naar verwijst, verscheen in The Lancet van januari 2007.
Even verderop in het interview zegt professor Kummerow: ‘Cholesterol werd voor het eerst in verband gebracht met hartklachten in 1955. De cholesterolhypothese werd nog versterkt in 1975 door de hoorzitting over eieren van de Federal Trade Commission. Ik verklaarde daar dat eieren een goede voedingsbron waren en dat cholesterol een noodzakelijke component was voor het lichaam om te kunnen functioneren. Ik verklaarde ook dat ik niet wist wat de oorzaak van hart- en vaatziekten was.’ En: ‘Zelfs Ancel Keys, die sommigen zien als de vader van de cholesterol-hart-en-vaatziektenhypothese, zei in 1997: “Er is geen enkel verband tussen het cholesterol in voedsel en cholesterol in het bloed. En dat hebben we altijd geweten. Cholesterol in het dieet maakt totaal niet uit”.’
In maart 2013 verscheen er een artikel in het Journal of Agricultural and Food Chemistry, waaruit blijkt dat bepaalde stoffen in eieren vernauwing van de aderen tegengaan.
Het lijkt er dus op dat het eten van eieren geen oorzaak van hart- en vaatziekten is.
Nee, absoluut niet! Zoals hierboven al aangegeven is, kan het innemen van statines zinvol zijn, zeker als u een man bent en al een hartinfarct meegemaakt hebt.
Als u ze alleen ter preventie inneemt, of als u last hebt van bijwerkingen, is het een goed idee om met uw arts te overleggen. Laat u goed informeren over de voordelen én nadelen die het statinegebruik voor u kunnen meebrengen, en besluit dan in overleg met uw arts of u wel door moet gaan met het gebruik van statines. Wellicht kunt u ook naar een andere type statines overstappen, of andere behandelmogelijkheden proberen.
Zoals hierboven al is aangegeven, maakt het wel of niet eten van voedingsmiddelen met cholesterol niet uit, omdat het lichaam vrijwel al het cholesterol zelf aanmaakt. Er zijn echter wel enkele voedingsmiddelen waarvan ontdekt is dat ze het cholesterol verlagen.
In onze nieuwsbrief van juli 2014 Voedsel voor het hart noemden we er al twee: grapefruits en peulvruchten.
De cholesterolverlagende werking van grapefruits en grapefruitsap werd beschreven in een artikel dat in maart 2006 verschenen is in het Journal of Agricultural and Food Chemistry. Hieruit bleek dat grapefruit het cholesterol verlaagde bij mensen die een bypass-operatie hadden ondergaan en verhoogd cholesterol hadden. Rode grapefruits werkten nog iets beter dan witte.
Ga echter niet op eigen houtje iedere dag grapefruits eten als u ook medicijnen inneemt, want grapefruits versterken de werking van sommige medicijnen, waaronder statines.
Grapefruits en statines mogen dus niet gecombineerd worden. Overleg eerst met uw arts.
Het artikel over peulvruchten verscheen in april 2014 in het Canadian Medical Association Journal. Hieruit blijkt dat een dagelijkse portie peulvruchten van 130 gram het LDL-cholesterol verlaagt. Dit artikel wordt ook geciteerd in de nieuwe richtlijnen goede voeding van de gezondheidsraad.
Jazeker. In november 2016 verscheen er een artikel in het Journal of Agricultural and Food Chemistry over een onderzoek bij muizen naar het effect van ‘microgroenten’ van rode kool op het LDL-cholesterol. Met de term ‘microgroenten’ worden heel kleine plantjes aangeduid die tien dagen nadat ze geplant zijn, worden geoogst. Ze doen qua formaat aan waterkers denken.
De muizen werden onderverdeeld in verschillende groepen die een vetrijk of vetarm dieet voorgezet kregen.
Deze groepen werden weer onderverdeeld in groepjes die wel of niet micro rode kool of volgroeide rode kool kregen. Het bleek dat beide soorten rode kool zorgden voor gewichtsvermindering en lager cholesterol. De micro rode kool bevatte echter meer van de stoffen die daarvoor zorgen dan de volgroeide rode kool.
Kortom, regelmatig rode kool eten kan geen kwaad als u uw cholesterol wilt verlagen. Maar groente en fruit eten is, zoals we allemaal weten, een goede manier om niet alleen hart- en vaatziekten te voorkomen, maar ook om de algehele gezondheid te beschermen.