De commissie zegt dat overtuigend is aangetoond dat het eten van groente en fruit het risico op coronaire hartziekten en beroertes verlaagt. Het eten van groente en fruit verlaagt ook het risico op diabetes. En zoals we weten, is diabetes één van de risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
De richtlijnen uit 2006 adviseerden nog 150 tot 200 gram groente en 200 gram fruit per dag. De nieuwe richtlijn is om dagelijks minstens 200 gram groente en 200 gram fruit te eten, omdat het consumeren van 400 gram groente en fruit leidt tot een verlaging van de bloeddruk en het LDL-cholesterol.
De hoeveelheid groente en fruit in de nieuwe richtlijn is nauwelijks meer dan in het advies van 2006. Het komt echter wel onder een overkoepelende aansporing om volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon te eten.
Overigens halen we deze richtlijn nog lang niet.
Nederlanders eten nu zo’n 125 gram groente per dag.
Mannen eten daarnaast ongeveer 90 gram fruit en vrouwen 120 gram. Daar is dus voor de meesten van ons nog wel wat winst te behalen.
De commissie schaart komkommers, tomaten, paprika’s, doperwten, sperziebonen, peultjes en tuinbonen allemaal onder de groente. Zo denken we er in het dagelijks leven natuurlijk ook over, maar als je het vanuit de plantkunde bekijkt, zijn dit allemaal de vruchten van planten.
Coronaire hartziekten worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaderen of coronairarteriën. De kransslagaderen voorzien het hart van bloed. Dit is niet het bloed dat door het hart wordt rondgepompt, maar het bloed dat het hart nodig heeft om zelf te functioneren.
De afwijkingen in de kransslagaderen zijn het gevolg van aderverkalking. Door vernauwingen of blokkades krijgt het hart niet genoeg zuurstof, wat leidt tot een hartinfarct of angina pectoris.
Bij angina pectoris krijgt het hart niet genoeg zuurstof bij inspanning, wat pijn op de borst geeft.
Een hartinfarct is een acute, totale blokkade waarbij het hart helemaal geen zuurstof krijgt (voor meer informatie over kransslagader en aderverkalking, zie bloedsomloop).