Hieronder worden enkele planten besproken die worden (of werden) ingezet bij hart- en vaatziekten.
Het is belangrijk om voor ogen te houden dat kruiden echt effect hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld de werking van medicijnen die u al inneemt, verminderen of juist versterken.
Veel mensen hebben een romantisch beeld van de natuur, ‘als het natuurlijk is, kan het geen kwaad’. En de reclame maakt graag misbruik van dit idee van ons.
Maar dit idee is fout. Sommige planten zijn zeer giftig, zoals vingerhoedskruid, dat lang als hartmedicijn is gebruikt. Dat werkte ook, als je wist wat je deed. Ga dus nooit op eigen houtje allerlei kruidengeneesmiddelen innemen, maar wend u tot een deskundig fytotherapeut.
Veel moderne geneesmiddelen gaan terug op kruidengeneesmiddelen. Een bekend voorbeeld van een medicijn dat vroeger veel gebruikt werd voor hart- en vaatziekten, is vingerhoedskruid (Digitalis purpurea).
De achttiende-eeuwse Britse arts William Withering (1741-1799) wordt gezien als de ontdekker van dit geneesmiddel. Hij kwam echter op het idee door de kruidendrank waarmee een kruidenvrouw, ‘old Mother Hutton’, met succes mensen met oedeem behandelde.
Oedeem is het vasthouden van vocht in de weefsels, waardoor lichaamsdelen opzwellen. Eén van de oorzaken kan hartfalen zijn. Bij hartfalen is het hart niet meer in staat om voldoende bloed rond te pompen (voor meer informatie zie bloedsomloop).
Withering concludeerde dat vingerhoedskruid het werkzame bestanddeel van de drank was, en ging ermee experimenteren. In 1785 publiceerde hij een verslag van zijn onderzoek.
Vingerhoedskruid is zeer giftig, en Withering heeft veel mensen ziek gemaakt met zijn experimenten, soms zelfs met de dood tot gevolg. Maar hij stelde ook vast dat vingerhoedskruid een positief effect op het hart had. De doses moesten echter zeer klein zijn.
Het is niet bekend of de originele kruidendrank ook slachtoffers maakte, net als Witherings experimenten.
Misschien ging er wel een beschermende werking uit van de bestanddelen die Withering als niet werkzaam beschouwde.
In de fytotherapie gaat het niet om een geïsoleerd bestanddeel uit een plant, maar om (een deel van) de plant zoals die groeit, of een combinatie van (delen van) een aantal planten.
Honderd jaar later werd voor het eerst het bestanddeel digitoxine uit vingerhoedskruid geïsoleerd. Deze naam geeft al aan hoe giftig deze stof is; toxine betekent gifstof. Digitoxine wordt nu niet meer gebruikt. In 1957 kwam het iets minder gevaarlijke digoxine op de markt. Digoxine werd vroeger gebruikt bij boezemfibrilleren, een hartritmestoornis (voor meer informatie over boezemfibrilleren zie hartritmestoornissen). Tegenwoordig is het niet meer de eerste keus. Digoxine wordt nog wel ingezet bij hartfalen.
De gedroogde bloemen en bladeren van de meidoorn (Craetagus, met name Craetagus monogyna en Craetagus laevigata) worden besproken in deel twee van de WHO Selected monographs on medicinal plants.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in totaal vier van deze bundels met artikelen over geneeskrachtige planten gepubliceerd. Ze staan ook op de (Engelstalige) website van de WHO. Dit artikel citeert relevant wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat meidoorn werkzaam is bij hartfalen, een bloeddrukverlagende werking heeft, en ontstekingsremmend werkt.
Deze boom komt oorspronkelijk uit China, maar staat bekend als Japanse tempelboom of Japanse notenboom.
Hij is de laatste representant van een oude bomenfamilie die verder is uitgestorven.
Het artikel in het eerste deel van de WHO-bundels gaat over het blad van de ginkgo. In de TCG wordt ook van de noot gebruik gemaakt.
In Nederland wordt ginkgo biloba voorgeschreven bij etalagebenen (claudicatio intermittens). Etalagebenen zijn een bijverschijnsel van aderverkalking. Door vernauwing in de slagaderen in de benen wordt lopen pijnlijk. Mensen die hier last van hebben, blijven vaak even stilstaan, zogenaamd om een etalage te bekijken.
Het WHO-artikel noemt naast etalagebenen ook vasculaire dementie. Dit is dementie die is ontstaan door een beroerte. Het onderzoek naar het effect van ginkgo biloba op dementie gaat nog steeds door.
In het Journal of Alzheimer’s Disease is in 2015 een overzichtsartikel verschenen van negen onderzoeken naar het
effect van een ginkgo biloba-extract op patiënten met verstandelijke achteruitgang en dementie. De uitkomst was
dat ginkgo de achteruitgang stabiliseerde of vertraagde vergeleken met een placebo (een nepmedicijn).
In mei 2016 is in het medisch tijdschrift Human Psychofarmacology een verslag verschenen van een Duits onderzoek naar het effect van ginkgo biloba op dopamine. Dopamine is een neurotransmitter. Een neurotransmitter maakt het mogelijk dat zenuwen met elkaar communiceren. Eén van de gebieden waarop dopamine dat doet, is de planning van denkprocessen en doelgericht handelen.
De onderzoekers onderzochten in een MRI-scanner of ouderen met geheugenproblemen beter functioneerden met ginkgo biloba. Dat bleek zo te zijn. Deze verbetering zou kunnen samenhangen met een verhoging van dopamine in de hersenen die ook is vastgesteld in dierenstudies. De auteurs geven aan dat er meer onderzoek naar de invloed van ginkgo biloba op dopamine nodig is, maar het is een zeer interessante ontwikkeling.
De ui (Allium cepa) en knoflook (Allium sativum) zijn natuurlijk in de eerste plaats gezonde voedingsmiddelen, en de meesten van ons hoeven niet eerst aan de dokter te vragen of we ze mogen eten. Toch zijn de bollen van de ui en de knoflook in het eerste deel van de WHO artikelen opgenomen om hun medicinale werking.
Uien worden ingezet om door het ouder worden veroorzaakte veranderingen in de bloedvaten te voorkomen.
Knoflook heeft een soortgelijke werking; het voorkomt aderverkalking en door het ouder worden veroorzaakte veranderingen in de bloedvaten. Daarnaast verlaagt het ook de bloeddruk licht.
Deze plant wordt ook wel roselle genoemd. In Afrika wordt vaak thee gezet van de bloemen van de roselle. Deze bloemen zijn tegenwoordig ook in Nederland te koop. De thee die ervan gezet wordt, heeft een mooie rode kleur, en smaakt zuur. Hibiscus sabdariffa komt niet voor in de WHO-bundels, maar de thee staat bekend om zijn bloeddrukverlagende werking. Hier is ook onderzoek naar gedaan.
In juni 2015 verscheen er een overzichtsartikel in het Journal of Hypertension. Hierin werden vijf gepubliceerde onderzoeken geanalyseerd. De conclusie was dat Hibiscus sabdariffa zowel de onder- als de bovendruk (voor meer informatie zie hoge bloeddruk) significant verlaagt.
U hoeft uw dokter natuurlijk niet om toestemming te vragen om hibiscusthee te mogen drinken. Maar als u deze thee systematisch wilt inzetten om uw bloeddruk te verlagen en al medicijnen inneemt, is het waarschijnlijk een goed idee om even te overleggen.