Het is natuurlijk heel positief dat er allerlei medicijnen zijn die voorkomen dat mensen overlijden aan hart- en vaatziekten. Deze medicijnen hebben echter ook nadelen. Vrijwel al deze medicijnen brengen voor veel mensen ongewenste bijwerkingen met zich mee. En die maken het leven een stuk minder aangenaam.
Men zegt wel dat de reden daarvoor is dat moderne medicijnen te veel berusten op geïsoleerde chemische bestanddelen. Natuurlijke, plantaardige geneesmiddelen zouden een minder heftige werking hebben dan de in de fabriek samengestelde middelen. Daarom gaan we wat dieper in op fytotherapie.
We bespreken ook een aantal planten die worden ingezet bij hart- en vaatziekten.
Fytos is het Griekse woord voor plant. In het Nederlands wordt in plaats van fytotherapie wel de term kruidengeneeskunde gebruikt.
De Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie is een vereniging voor professionele fytotherapeuten. Ze heeft als doel de kwaliteit en de wetenschappelijke fundering van fytotherapie en de fytotherapeutica te bevorderen.
De NVF definieert fytotherapie als volgt:
De professionele toepassing van plantaardige geneesmiddelen (fytotherapeutica) met als doel de gezondheid te behouden of te bevorderen.
Het gebruik van fytotherapeutica buiten de professionele hulpverlening om (zelfzorg, mantelzorg) valt niet onder deze definitie van ‘fytotherapie’. Voor de professionele toepassing van fytotherapeutica bestaan zowel regulier medische als andere (westers en oosters traditionele) benaderingen. ‘Fytotherapie’ kan dus verwijzen naar heel verschillende behandelwijzen, zowel regulier als ‘alternatief’. Globaal kunnen vijf belangrijke contexten voor het gebruik van fytotherapeutica worden onderscheiden: de reguliere (moderne westerse) geneeskunde, de westers traditionele (natuur-)geneeskunde, de antroposofische geneeskunde, de traditionele Chinese geneeskunde en de Ayurvedische (Aziatische) geneeskunde.
De NVF gebruikt de definitie van fytotherapeutica van de European Scientific Cooperative on phytotherapy (ESCOP). Deze luidt:
Fytotherapeutica zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat.
De NVF heeft een site met informatie over fytotherapie en fytotherapeutica voor leken: www.infofyto.nl.
Dat is de geneeskunde zoals die onderwezen wordt aan de universiteiten.
In Nederland worden er in de reguliere geneeskunde weinig kruidengeneesmiddelen gebruikt. In landen als Duitsland en Frankrijk is dat veel gangbaarder. Er praktiseert in Nederland echter wel een aantal artsen die zich ook in fytotherapie bekwaamd hebben.
Daarnaast moeten we niet vergeten dat heel veel reguliere geneesmiddelen teruggaan op plantaardigegeneesmiddelen, zoals aspirine (acetylsalicylzuur) dat gebaseerd is op een stof uit wilgenbast. Salicyl verwijst naar Salix, de Latijnse naam voor wilg. Zie voor een ander voorbeeld van deze evolutie de tekst hieronder over vingerhoedskruid.
Ook nu nog doen farmaceutische bedrijven onderzoek naar planten en in niet-westerse culturen gebruikte kruidengeneesmiddelen in de hoop nieuwe medicijnen te ontdekken.
Deze baseert zich op de vier-elementenleer van de Griekse arts Hippocrates (460-370 v. Chr.). Deze medische theorie heeft vele eeuwen stand gehouden. Natuurartsen gebruiken deze theorie, gecombineerd met modernere inzichten, nog steeds.
De antroposofische geneeskunde is gestoeld op de inzichten van Rudolf Steiner (1861-1925).
De TCG staat in Nederland het meest bekend om de toepassing van acupunctuur (voor meer informatie, zie acupunctuur bij hart- en vaatziekten). Maar daarnaast heeft de TCG een uitgebreide kruidenleer. Deze is gebaseerd op Chinese planten, die vaak niet inheems zijn in West- Europa.
De Ayurveda is het medische systeem dat ontstaan is op het Indiase subcontinent. Ook deze geneeskunde heeft een uitgebreide kruidenleer die gebaseerd is op de planten die daar groeien.
Hieronder worden enkele planten besproken die worden (of werden) ingezet bij hart- en vaatziekten.
Het is belangrijk om voor ogen te houden dat kruiden echt effect hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld de werking van medicijnen die u al inneemt, verminderen of juist versterken.
Veel mensen hebben een romantisch beeld van de natuur, ‘als het natuurlijk is, kan het geen kwaad’. En de reclame maakt graag misbruik van dit idee van ons.
Maar dit idee is fout. Sommige planten zijn zeer giftig, zoals vingerhoedskruid, dat lang als hartmedicijn is gebruikt. Dat werkte ook, als je wist wat je deed. Ga dus nooit op eigen houtje allerlei kruidengeneesmiddelen innemen, maar wend u tot een deskundig fytotherapeut.
Veel moderne geneesmiddelen gaan terug op kruidengeneesmiddelen. Een bekend voorbeeld van een medicijn dat vroeger veel gebruikt werd voor hart- en vaatziekten, is vingerhoedskruid (Digitalis purpurea).
De achttiende-eeuwse Britse arts William Withering (1741-1799) wordt gezien als de ontdekker van dit geneesmiddel. Hij kwam echter op het idee door de kruidendrank waarmee een kruidenvrouw, ‘old Mother Hutton’, met succes mensen met oedeem behandelde.
Oedeem is het vasthouden van vocht in de weefsels, waardoor lichaamsdelen opzwellen. Eén van de oorzaken kan hartfalen zijn. Bij hartfalen is het hart niet meer in staat om voldoende bloed rond te pompen (voor meer informatie zie bloedsomloop).
Withering concludeerde dat vingerhoedskruid het werkzame bestanddeel van de drank was, en ging ermee experimenteren. In 1785 publiceerde hij een verslag van zijn onderzoek.
Vingerhoedskruid is zeer giftig, en Withering heeft veel mensen ziek gemaakt met zijn experimenten, soms zelfs met de dood tot gevolg. Maar hij stelde ook vast dat vingerhoedskruid een positief effect op het hart had. De doses moesten echter zeer klein zijn.
Het is niet bekend of de originele kruidendrank ook slachtoffers maakte, net als Witherings experimenten.
Misschien ging er wel een beschermende werking uit van de bestanddelen die Withering als niet werkzaam beschouwde.
In de fytotherapie gaat het niet om een geïsoleerd bestanddeel uit een plant, maar om (een deel van) de plant zoals die groeit, of een combinatie van (delen van) een aantal planten.
Honderd jaar later werd voor het eerst het bestanddeel digitoxine uit vingerhoedskruid geïsoleerd. Deze naam geeft al aan hoe giftig deze stof is; toxine betekent gifstof. Digitoxine wordt nu niet meer gebruikt. In 1957 kwam het iets minder gevaarlijke digoxine op de markt. Digoxine werd vroeger gebruikt bij boezemfibrilleren, een hartritmestoornis (voor meer informatie over boezemfibrilleren zie hartritmestoornissen). Tegenwoordig is het niet meer de eerste keus. Digoxine wordt nog wel ingezet bij hartfalen.
De gedroogde bloemen en bladeren van de meidoorn (Craetagus, met name Craetagus monogyna en Craetagus laevigata) worden besproken in deel twee van de WHO Selected monographs on medicinal plants.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in totaal vier van deze bundels met artikelen over geneeskrachtige planten gepubliceerd. Ze staan ook op de (Engelstalige) website van de WHO. Dit artikel citeert relevant wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat meidoorn werkzaam is bij hartfalen, een bloeddrukverlagende werking heeft, en ontstekingsremmend werkt.
Deze boom komt oorspronkelijk uit China, maar staat bekend als Japanse tempelboom of Japanse notenboom.
Hij is de laatste representant van een oude bomenfamilie die verder is uitgestorven.
Het artikel in het eerste deel van de WHO-bundels gaat over het blad van de ginkgo. In de TCG wordt ook van de noot gebruik gemaakt.
In Nederland wordt ginkgo biloba voorgeschreven bij etalagebenen (claudicatio intermittens). Etalagebenen zijn een bijverschijnsel van aderverkalking. Door vernauwing in de slagaderen in de benen wordt lopen pijnlijk. Mensen die hier last van hebben, blijven vaak even stilstaan, zogenaamd om een etalage te bekijken.
Het WHO-artikel noemt naast etalagebenen ook vasculaire dementie. Dit is dementie die is ontstaan door een beroerte. Het onderzoek naar het effect van ginkgo biloba op dementie gaat nog steeds door.
In het Journal of Alzheimer’s Disease is in 2015 een overzichtsartikel verschenen van negen onderzoeken naar het
effect van een ginkgo biloba-extract op patiënten met verstandelijke achteruitgang en dementie. De uitkomst was
dat ginkgo de achteruitgang stabiliseerde of vertraagde vergeleken met een placebo (een nepmedicijn).
In mei 2016 is in het medisch tijdschrift Human Psychofarmacology een verslag verschenen van een Duits onderzoek naar het effect van ginkgo biloba op dopamine. Dopamine is een neurotransmitter. Een neurotransmitter maakt het mogelijk dat zenuwen met elkaar communiceren. Eén van de gebieden waarop dopamine dat doet, is de planning van denkprocessen en doelgericht handelen.
De onderzoekers onderzochten in een MRI-scanner of ouderen met geheugenproblemen beter functioneerden met ginkgo biloba. Dat bleek zo te zijn. Deze verbetering zou kunnen samenhangen met een verhoging van dopamine in de hersenen die ook is vastgesteld in dierenstudies. De auteurs geven aan dat er meer onderzoek naar de invloed van ginkgo biloba op dopamine nodig is, maar het is een zeer interessante ontwikkeling.
De ui (Allium cepa) en knoflook (Allium sativum) zijn natuurlijk in de eerste plaats gezonde voedingsmiddelen, en de meesten van ons hoeven niet eerst aan de dokter te vragen of we ze mogen eten. Toch zijn de bollen van de ui en de knoflook in het eerste deel van de WHO artikelen opgenomen om hun medicinale werking.
Uien worden ingezet om door het ouder worden veroorzaakte veranderingen in de bloedvaten te voorkomen.
Knoflook heeft een soortgelijke werking; het voorkomt aderverkalking en door het ouder worden veroorzaakte veranderingen in de bloedvaten. Daarnaast verlaagt het ook de bloeddruk licht.
Deze plant wordt ook wel roselle genoemd. In Afrika wordt vaak thee gezet van de bloemen van de roselle. Deze bloemen zijn tegenwoordig ook in Nederland te koop. De thee die ervan gezet wordt, heeft een mooie rode kleur, en smaakt zuur. Hibiscus sabdariffa komt niet voor in de WHO-bundels, maar de thee staat bekend om zijn bloeddrukverlagende werking. Hier is ook onderzoek naar gedaan.
In juni 2015 verscheen er een overzichtsartikel in het Journal of Hypertension. Hierin werden vijf gepubliceerde onderzoeken geanalyseerd. De conclusie was dat Hibiscus sabdariffa zowel de onder- als de bovendruk (voor meer informatie zie hoge bloeddruk) significant verlaagt.
U hoeft uw dokter natuurlijk niet om toestemming te vragen om hibiscusthee te mogen drinken. Maar als u deze thee systematisch wilt inzetten om uw bloeddruk te verlagen en al medicijnen inneemt, is het waarschijnlijk een goed idee om even te overleggen.
Neem dan enkele voorzorgen:
Het is belangrijk altijd voor ogen te houden dat reguliere medicijnen en plantaardige geneesmiddelen allebei werkzaam zijn. Ze kunnen dan ook elkaar versterken of juist elkaar tegenwerken.
Houd daarom niet voor uw reguliere arts verborgen dat u een fytotherapeut bezoekt, en vertel uw fytotherapeut welke reguliere medicijnen u slikt. Het is essentieel dat alle geneesmiddelen die u inneemt, op elkaar afgesteld zijn. Het is zelfs zo dat sommige voedingsmiddelen invloed kunnen hebben op geneesmiddelen. In onze nieuwsbrief Voedsel voor het hart van juli 2014 hebben we de grapefruits besproken.
Deze vruchten verlagen niet alleen cholesterol, maar versterken ook de werking van sommige statines. In de bijsluiters van deze medicijnen staat dan ook dat gebruikers geen grapefruitsap mogen drinken (voor meer informatie zie voedingsmiddelen die cholesterol verlagen en cholesterol en statines).
En grapefruits hebben wisselwerkingen met meer medicijnen, zoals antibiotica en medicijnen die bij kanker gebruikt worden.
Bestel ook nooit zomaar kruidengeneesmiddelen via het internet. U hebt dan geen enkele garantie dat u krijgt wat u besteld heeft. Dit geldt ook voor reguliere medicijnen trouwens.
Daar komt bij dat de kruiden verontreinigd kunnen zijn met pesticiden, zware metalen, bacteriën of schimmels.
De kans is dat u uw gezondheid hiermee meer schaadt dan goed doet.
In Nederland worden alle fytotherapeutica getoetst op kwaliteit, werkzaamheid en veiligheid door de afdeling Botanicals en Nieuwe Voedingsmiddelen van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Als u zelf kruidenmiddelen uit het buitenland importeert, hebt u die garantie niet.