Deze hartritmestoornis in de boezems komt het meest voor, vaker dan een hartinfarct. Bij boezemfibrilleren is het ritme zeer onregelmatig en meestal te snel, maar te langzaam komt ook voor.
De AV-knoop kan dit niet bijhouden, en daardoor doen de kamers ongeveer honderdvijftig slagen per minuut. De risicofactoren en behandeling zijn eigenlijk hetzelfde als bij boezemfibrilleren. Ablatie is vaak succesvol.