Zoals hierboven al gezegd, kan het hart te snel of te langzaam kloppen. In medische termen heet te snel tachycardie en te langzaam bradycardie. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt naar de plaats in het hart waar de stoornis voorkomt. Hieronder volgt een overzicht van de soorten hartritmestoornis.
Deze hartritmestoornis in de boezems komt het meest voor, vaker dan een hartinfarct. Bij boezemfibrilleren is het ritme zeer onregelmatig en meestal te snel, maar te langzaam komt ook voor.
De AV-knoop kan dit niet bijhouden, en daardoor doen de kamers ongeveer honderdvijftig slagen per minuut. De risicofactoren en behandeling zijn eigenlijk hetzelfde als bij boezemfibrilleren. Ablatie is vaak succesvol.
Bij deze hartritmestoornis die internationaal sick sinus syndrome wordt genoemd, werkt de sinusknoop niet goed. Het ritme dat de sinusknoop aangeeft, kan te langzaam zijn, maar het gebeurt ook wel dat de sinusknoop helemaal geen prikkel geeft. Daardoor wordt de hartslag te langzaam, bradycardie dus.
Hierdoor kan het gebeuren dat de hersenen niet genoeg zuurstof krijgen, wat kan betekenen dat iemand flauwvalt. Ook vermoeidheid is een symptoom van een zieke sinusknoop.
De remedie voor deze aandoening is een pacemaker die het hart de prikkel geeft die het nodig heeft.
Een AV-blok is een blokkade van de AV-knoop. Deze blokkade kan gedeeltelijk of totaal zijn. Bij een gedeeltelijk AV-blok is de blokkade tijdelijk, bij een totaal AV-blok springt de prikkel helemaal niet meer van de boezems naar de kamers. Hierdoor vertraagt het ritme in de kamers, een bradycardie dus. De hartkamers gaan wel door met samentrekken, want ze kunnen zelf ook een elektrische prikkel opwekken, maar het ritme is dan wel traag.
De oplossing voor een totaal AV-blok is over het algemeen het plaatsen van een pacemaker.
Mogelijke oorzaken van een AV-blok zijn een hartinfarct, een openhartoperatie en medicijngebruik. Als het AV-blok is veroorzaakt door medicijnen, laat de cardioloog u stoppen met het innemen van die medicijnen. Dit kan genoeg zijn om de blokkade op te heffen.
Een AV-blok kan ook een complicatie van ablatie zijn.
AVNRT is het tegenovergestelde probleem van het AVblok. Hierbij blijft de elektrische prikkel in een cirkeltje ronddraaien in de AV-knoop in plaats van zijn pad te vervolgen. Het gevolg is een snellere hartslag, tachycardie dus.
AVNRT is een afkorting van AtrioVentricular Nodal Reentrant Tachycardie. Het komt drie keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
Deze hartritmestoornis kan plotseling opkomen en even plotseling verdwijnen. Indien nodig kan ze behandeld worden met medicijnen of ablatie.
Deze hartritmestoornis is genoemd naar de artsen Wolff, Parkinson en White, die haar voor het eerst hebben beschreven. De oorzaak van deze stoornis is een extra groepje prikkelgeleidende cellen in het weefsel tussen de boezems en de kamers. Hierdoor kan een andere weg ontstaan om de prikkel door te geven van de sinusknoop naar de kamers; de prikkel gaat dan dus niet via de AV-knoop.
Het probleem hiermee is dat de AV-knoop ervoor zorgt dat de kamers iets later samentrekken dan de boezems.
Via de omweg gebeurt dat echter niet. Dit kan het hartritme veel sneller maken. De behandeling hiervoor is het wegbranden van de extra cellen door ablatie.
Tot slot de ernstigste hartritmestoornis. Bij kamerfibrilleren of ventrikelfibrilleren is de prikkel in de kamerwand opeens zo snel en chaotisch dat de kamer niet meer goed kan pompen.
Dit betekent dat de bloedsomloop stil komt te liggen. De patiënt raakt bewusteloos en gaat dood als er niet binnen zes minuten gereanimeerd wordt, bijvoorbeeld met een AED.
Kamerfibrilleren is dus veel ernstiger dan boezemfibrilleren, maar het komt niet zo vaak voor als boezemfibrilleren. Het gaat over het algemeen gepaard met andere hartproblemen.
Als de patiënt de aanval van kamerfibrilleren overleeft, wordt daarna vaak een ICD geïmplanteerd.