Voedingsvezels
In april 2014 verscheen in het British Medical Journal een artikel over een onderzoek naar het effect van voedingsvezels op de overlevingskansen na een eerste hartinfarct. Hiervoor werden twee grote Amerikaanse leeftijdsgroepstudies gebruikt, een van vrouwen en een van mannen. Van deze groepen kregen 2258 vrouwen en 1840 mannen die aan het begin van de studie niet aan hart- en vaatziekten leden, een eerste hartinfarct dat ze overleefden. Het bleek dat hoe meer voedingsvezels deze mannen en vrouwen aten na hun hartinfarct, hoe langer ze daarna nog leefden. Dit gold met name voor voedingsvezels uit granen. Voedingsvezels uit granen, zemelen bijvoorbeeld, zijn onoplosbaar. Ze nemen veel water op en zorgen daardoor voor een gevoel van verzadiging. Ze stimuleren tevens de stoelgang. Oplosbare voedingsvezels zitten in groente, fruit en peulvruchten. Die dienen als voeding voor de darmbacteriën. In oktober 2001 verscheen in het tijdschrift Hypertension een verslag van een onderzoek waaruit blijkt dat hogebloeddrukpatiënten die de meeste eiwitten en oplosbare voedingsvezels kregen, hun bloeddruk met bijna 6mm verlaagden.