Om dit vast te stellen wordt de MET-waarde gebruikt. De MET-waarde, ook wel het metabool equivalent genoemd, is een eenheid om te meten hoeveel energie een lichamelijke inspanning kost vergeleken met hoeveel energie het lichaam in rust nodig heeft.
Eén MET komt overeen met de ruststofwisseling, dat is de hoeveelheid energie die uw lichaam gebruikt als u stilzit. Slapen kost nog minder: 0,9 MET.
Licht intensieve activiteit gebruikt minder dan drie MET. Hieronder vallen bijvoorbeeld schrijven of typen, licht huishoudelijk werk zoals stof afnemen, en een rustig wandelingetje.
Bij gemiddeld intensieve beweging gebruikt het lichaam drie tot zes MET. Voorbeelden hiervan zijn: stevig doorwandelen, dansen, fietsen, huishoudelijk werk zoals soppen of stofzuigen, in de tuin werken, schilderwerk, en de hond uitlaten.
Zwaar intensieve beweging kost meer dan zes MET.
Voorbeelden zijn: hardlopen, wielrennen, in een stevig tempo tegen een heuvel oplopen, en teamsporten zoals voetbal, volleybal, hockey enzovoorts. Overigens kosten de hierboven genoemde vormen van beweging niet bij iedereen exact dezelfde hoeveelheid energie. Het hangt er ook vanaf of u een bepaalde activiteit vaak uitvoert en hoe fit u bent. Dat laatste heeft uiteraard ook met leeftijd te maken.