Een embolie is de afsluiting van een ader of slagader. Meestal wordt deze afsluiting veroorzaakt door een trombus die elders is ontstaan en is meegevoerd door de bloedstroom.
Bij volwassenen komt een losgeraakt bloedstolsel meestal uit een been- of bekkenader. Dan gaat het via de onderste holle ader naar de rechterkant van het hart, waarna het via de kleine bloedsomloop de longen wordt ingepompt, waar het een longembolie kan veroorzaken. Zoals we hierboven al gezien hebben, heeft een embolie een infarct tot gevolg. Naast een trombo-embolie kunnen ook een vetembolie en een luchtembolie voorkomen.
Bij een vetembolie komen kleine bolletjes vet uit het beenmerg in de bloedsomloop terecht, meestal na een beenbreuk.
Bij een luchtembolie komt er lucht in de bloedsomloop. Dit kan het gevolg zijn van medisch handelen, bijvoorbeeld dialyse, een infuus, een operatie of medisch onderzoek. Ook bij de caissonziekte, die kan voorkomen bij duikers die te snel naar de oppervlakte terugkeren, komt er lucht in de bloedsomloop.