In Nederland wordt bij mensen van boven de tachtig een gemiddelde bovendruk van boven de 160 mm Hg pas als hoge bloeddruk beschouwd.
In de Verenigde Staten heeft een commissie die is aangesteld door het National Heart, Lung and Blood Institute dit jaar voor het eerst de definitie van hoge bloeddruk verhoogd. Deze richtlijnen zijn in februari 2014 gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association. In deze nieuwe richtlijnen wordt de grens voor hoge bloeddruk voor mensen van zestig jaar en ouder gesteld op 150/90 mm Hg. Er wordt tevens gesteld dat richtlijnen niet zonder aanzien des persoons toegepast moeten worden, maar dat de situatie van de individuele patiënt vooropgesteld moet worden.
Dit soort richtlijnen heeft steeds meer gewicht gekregen, omdat artsen verweten wordt dat ze nalatig zijn geweest als de richtlijnen niet strikt nagevolgd zijn. Daarmee kan het persoonlijk oordeel van de arts in de verdrukking komen. Het is immers ook belangrijk dat de arts rekening houdt met de andere kwalen van de patiënt en of zijn of haar lichaam opgewassen is tegen bloeddrukverlagende medicijnen. Hoe ouder mensen worden, hoe meer medicijnen ze innemen en hoe minder goed ze al die medicijnen vaak kunnen verdragen. Hoe mensen zich voelen is belangrijker dan de ideale cijfertjes op de meter.