Uit voeding kan niet voldoende vitamine D gehaald worden, omdat maar weinig voedingsmiddelen vitamine D bevatten.
De beste bronnen zijn vette vissoorten zoals haring, makreel, sardientjes, paling, zalm (vooral wilde zalm) en tonijn; en verder natuurlijk visolie, zoals levertraan. Ook eierdooiers bevatten vitamine D, evenals zuivelproducten. Dat geldt vooral voor volvette zuivel, omdat D een in vet oplosbare vitamine is.
In Nederland wordt aan margarine vitamine D toegevoegd. Ook in kunstmatige babyvoeding en opvolgmelk zit extra vitamine D. Het gehalte vitamine D in moedermelk hangt af van de hoeveelheid vitamine D die de moeder in haar lichaam heeft. Aangezien de meeste mensen in Nederland, zeker ’s winters, een tekort aan vitamine D hebben, zit er over het algemeen te weinig vitamine D in moedermelk.
Vitamine D is de enige vitamine waarvoor niet geldt dat een goede en gevarieerde voeding voldoende is om aan de normale behoefte te voldoen.