Hoe het komt dat een depressie de ontwikkeling van hart- en vaatziekten beïnvloedt weten we niet precies. Er liggen verschillende biologische processen aan een depressie ten grondslag die effect hebben op de bloedvaten en de klontering van het bloed. Depressieve mensen hebben ook vaak een verminderde variëteit in de hartslag. Een dergelijk symptoom is een indicatie voor verstoringen in de autonome werking van het hart, waardoor er kans op hartritmestoornissen ontstaat. Daar komt ook bij dat depressieve mensen zich vaak minder goed aan behandelingsadviezen houden en dus niet altijd even medicatiegetrouw zijn. Daarnaast leiden ze vaak een minder actief, en dus zittend bestaan wat op zichzelf ook een risico is voor hart- en vaatziekten. Zo kunnen zowel biologische als gedragsfactoren bijdragen aan de relatie tussen depressie en hart- en vaatziekten. Hoe het verband precies te verklaren is, weten we dus niet, maar wel dát het verband er is.
Depressies komen zeer veel voor. Op dit moment zijn er in Nederland 500.000 mensen tussen de 15 en 65 jaar ernstig tot zeer ernstig depressief. Kinderen en ouderen, evenals lichte depressies, zijn dan niet meegeteld.