De hoeveelheid cholesterol in het bloed wordt sinds lange tijd gezien als de belangrijkste risicometer voor aderverkalking en toekomstige hart- en vaatziekten. Dit zou wel eens kunnen veranderen!
Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van een ontstekingseiwit in het bloed een veel betere voorspeller kan zijn.
Deze ontdekking is van groot belang, omdat de aanpak van aderverkalking zich dan veel meer moet richten op het remmen van ontstekingen dan - zoals nu gebeurt - op het verlagen van cholesterol.
In de meeste westerse landen is aderverkalking (atherosclerose) de voornaamste ziekte- en doodsoorzaak. In Nederland is atherosclerose verantwoordelijk voor ongeveer 35.000 sterfgevallen per jaar. Ondanks de grote vooruitgang in de medische wetenschap zijn hartinfarcten en herseninfarcten als gevolg van aderverkalking verantwoordelijk voor meer sterfgevallen dan alle andere oorzaken bij elkaar.
Bij aderverkalking is sprake van ophoping van vettig materiaal (plaques) in de binnenwand van een slagader. Door de verdikking verliezen slagaders hun elasticiteit en door de groeiende plaques raken ze steeds verder vernauwd. De slagaders kunnen daardoor steeds minder makkelijk bloed en dus zuurstof vervoeren naar bijvoorbeeld, hart, hersenen, benen of nieren. Dit kan leiden tot benauwdheid en pijn op de borst (angina pectoris), etalagebenen (claudicatio intermittens), hartritmestoornissen, hartfalen, tia' s ('klein' herseninfarct) of nierinsufficiëntie (onvoldoende werking van de nieren). En losgeraakte stolsels uit een plaque kunnen een vernauwde slagader ook plotseling helemaal afsluiten, wat de oorzaak is van een acuut hart- of herseninfarct.
Aderverkalking is de onderliggende oorzaak van 50% van alle sterfgevallen in de ontwikkelde landen.
Slagadervemauwing
Aderverkalking is eigenlijk een onjuiste benaming. Het probleem zit niet in de aders, maar in de slagaders. En het gaat niet zozeer om kalkafzetting, maar om ophoping van vettige stoffen zoals cholesterol. Slagadervernauwing zou eigenlijk een betere benaming zijn.
De kans op het ontstaan van aderverkalking is groter bij:
In feite heeft iedereen last van aderverkalking; het dichtslibben van ome slagaders is een normaal verouderingsproces, dat al op jonge leeftijd begint (ongeveer vanaf ons twintigste levensjaar). Wel kunnen we dat proces vertragen door de vermijdbare risicofactoren aan te pakken.
Bij onderzoek naar het ontstaan van aderverkalking worden regelmatig nieuwe factoren ontdekt. Een daarvan is CRP, een eiwit dat ons lichaam produceert bij ontstekingen. Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een hogere CRP waarde in het bloed anderhalf tot drie keer zo veel kans op een hartaanval hebben en twee maal zo veel kans op een beroerte.
Mensen met een hogere CRP waarde in het bloed hebben anderhalf tot drie keer zo veel kans op een hartaanval en twee maal zo veel kans op een beroerte.
CRP staat voor C-Reactief Proteïne. Het is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in ons immuunsysteem. Als er een vreemde stof ons lichaam binnenkomt of er ontstaat ergens een ontsteking, dan reageert ons afweersysteem met de productie van CRP. Dit eiwit zet vervolgens een aantal processen in gang die ten doel hebben schadelijke en lichaamsvreemde stoffen op te ruimen.
Iemand met een ontsteking heeft dus veel CRP in het bloed, meer dan enkele honderden milligrammen per liter. Uit Europees onderzoek begin jaren negentig bleek dat in een veel lagere concentratie, minder dan vijf milligram per liter, de stof te gebruiken is als indicator (voorspeller) voor naderende hart- en vaatziekten.
Om zo'n extreem lage CRP concentratie te kunnen meten, is speciale apparatuur nodig. Inmiddels beschikken de meeste ziekenhuizen over die apparatuur.
Er was al langer een theorie onder wetenschappers dat licht ontstoken bloedbanen aan de basis staan van vaatproblemen. Het gaat dan om chronische ontstekingen die op een laag pitje werken en sluipenderwijs het lichaam schade toebrengen. Een ontsteking beschadigt namelijk de vaatwand. Om die beschadiging te repareren stuurt het lichaam witte bloedcellen naar de plek. Deze dringen de slagaderwand binnen en veranderen daar in cellen die vetachtig materiaal opslaan, zoals cholesterol. Dat is het begin van plaquevorming.
Op den duur gaat ook kalk zich afzetten in de verdikte plekken (vandaar de naam aderverkalking). Kalk maakt de plaques broos en geeft meer kans dat de verdikking gaat scheuren en er deeltjes uit losschieten, met alle gevolgen van dien.
De mate van ontsteking van de binnenwand van de aderen is dus een maat voor de kans op toekomstige hart- en vaatcomplicaties.
Na die eerste Europese studie, begin jaren negentig zijn er tientallen onderzoeken gevolgd die dit verband bevestigen.
Zo publiceerde The New England Journal of Medicine in 2002 een onderzoek waaruit die voorspellende waarde nog eens overduidelijk bleek. Onderzoekers van de Harvard Medical School in Bosten maten daartoe de CRP-waarde in het bloed van 28.000 vrouwen. Ze brachten die waarde in verband met opgetreden complicaties aan hart- en bloedvaten in de acht jaar na de meting.
Wat bleek? Meer dan de helft van de complicaties trad op bij vrouwen met een normale cholesterolwaarde. Zij hadden dus wel een verhoogd CRP, maar geen hoog cholesterol (LDL) ten tijde van de meting. CRP bleek dus een betere voorspeller voor hart- en vaatziektes dan cholesterol.
CRP is een onafhankelijke voorspellende waarde voor toekomstige hart- en vaatproblemen.
Als cholesterol minder belangrijk is dan CRP, hoe zit het dan met statines? Deze blijken bij mensen met een verhoogd risico immers de kans op hart- en vaatziektes te verlagen. Wetenschappers verklaren dit door te wijzen op de ontstekingsremmende werking van statines. Het is dus heel wel mogelijk dat statines niet zozeer werken door het verlagen van het cholesterol als wel dankzij het remmen van ontstekingen.
In de VS heeft het meten van het CRP de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Het is een paar jaar geleden opgenomen in het standaard onderzoeksprotocol van cardiologen. In Nederland is men nog terughoudend.
Uit Amerikaans onderzoek in 2005 kwam naar voren dat sporttraining het gehalte aan CRP doet dalen. Vandaar ook dat meer beweging helpt tegen hart-en vaatziekten!
Het bereiken van een lagere CRP waarde in het bloed is mogelijk door meer beweging, afname in gewicht, matig alcoholgebruik en medicatie (zoals statines). Het nadeel van medicijnen is dat er bijwerkingen kunnen optreden. Gelukkig zijn er ook natuurlijke ontstekingsremmers die het CRP gehalte kunnen verlagen.
De belangrijkste natuurlijke ontstekingsremmers zijn omega-3 vetzuren (vooral in de vorm van EPA en DHA in visolie). Deze vetzuren staan de laatste jaren zeer in de belangstelling vanwege de vele bewezen gezondheidseffecten. Voor wat betreft hart- en vaatziekten zijn omega-3 vetzuren o.a. van belang door hun bloedverdunnende en ontstekingsremmende werking. Zo bepalen omega-3 vetzuren wat voor ontstekingsstoffen ons lichaam aanmaakt. De stoffen die uit EPA worden gemaakt zijn trombose- en ontstekingsremmend (terwijl die uit vlees bijvoorbeeld trombose- en ontstekingsbevorderend zijn). Naast beïnvloeding van ontstekingsprocessen kunnen omega-3 vetzuren ook direct positief effecten uitoefenen op het immuunsysteem en ontstekingsreacties. Diverse onderzoeken laten zien dat een hoge inname van omega-3 vetzuren samengaat met minder hart- en vaatziekten.
In recent onderzoek blijken omega-3 vetzuren effectiever te zijn dan statines bij het verminderen van sterfte door hart- en vaatziekten.
Antioxidanten zitten vooral in groente en fruit en zijn er in vele soorten en maten (bijv. carotenoïden, polyfenolen, flavonoïden). Antioxidanten zijn algemeen bekend om hun bescherming tegen ziektes door het wegvagen van vrije radicalen (schadelijke stoffen), maar ze hebben ook een ontstekingsremmend effect. Recent onderzoek laat zien dat vitamine E het CRP gehalte significant doet dalen. Ook van druivenpittenextract is het remmende effect op CRP bewezen, net als van astaxanthin (in tomaten, kreeft, zalm en garnalen).
Er zijn nog veel meer natuurlijke ontstekingsremmers die in wetenschappelijk onderzoek hebben laten zien dat ze het CRP gehalte doen dalen. De meest in het oog springende zijn: pycnogenol (uit de bast van pijnbomen), kurkuma (geelwortel) en boswellia (kruid uit India).
Het gebruik van natuurlijke ontstekingsremmers kunt u beter uitsluitend doen onder begeleiding van een deskundige arts (natuurarts). Hij of zij weet of deze veilig samengaan met eventuele reguliere medicatie en kan u adviseren over de juiste dosis.
Naast de bekende risicofactoren als cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, roken en suikerziekte is er een belangrijke factor bijgekomen: een verhoogde CRP waarde. De hoogte van dit ontstekingseiwit in het bloed blijkt een grote voorspellende waarde te hebben voor toekomstige hart- en vaatziekten en is mogelijk belangrijker dan de hoogte van ons cholesterol. Toch is deze risicofactor, die begin jaren negentig werd ontdekt, tot nu toe onderbelicht gebleven. Meer onderzoek zal daar in de toekomst hopelijk verandering in brengen. Duidelijk is in elk geval wel dat meer beweging, een gezond voedingspatroon en natuurlijke ontstekingsremmers een positieve invloed op het CRP gehalte hebben, en zo aderverkalking en hart- en vaatziekten helpen bestrijden.